Vorig jaar was de bosduatlon één van de wedstrijden die ik zo snel mogelijk wou vergeten. Ik werd toen, zeer ontgoocheld, 30ste.
0 Comments
Op het hoogtepunt van mijn duatlonseizoen gebeurde het onvermijdelijke...een stressfractuur. Twee weken na mijn mooie prestatie in de duatlon te Halle stond Zele op de kalender. Tijdens de 1ste run schoot er iets in mijn voet. Maar 'in the heat of the moment' de pijn verbeten en doorgaan op adrenaline. Pas de dag erna voelde ik wat ik mezelf had aangedaan. Een zeer pijnlijke voet waarbij stappen bijna onmogelijk was. Die blessure heeft me 7 weken achtervolgd. 4 weken geen enkele looptraining kunnen afwerken en daarna nog eens 3 weken waar ik mijn trainingen soms na 15 minuten moest staken. Gelukkig was fietsen geen enkel probleem. Dus wat doet een competitiebeest als de form er is? Inderdaad, alle looptrainingen vervangen door fietstrainingen én koersen opzoeken. Ik kan je zeggen dat wielerwedstrijden, als duatleet, een hele aanpassing zijn. Duatlons worden voornamelijk afgewerkt aan een strak, gelijk tempo terwijl 'koersen' toch vooral rond hard optrekken en terug stilvallen draait. De eerste wedstrijden draaiden vooral rond mezelf wegsteken in het peloton en zien wat de laatste ronde bracht. Dit leverde me tot 2x een 7de plaats op. Natuurlijk wil ik meer uit mijn wedstrijden halen dan enkel en alleen als pelotonvulling te dienen. Dus, de laatste wedstrijden heb ik bij de A-reeks afgewerkt en daar probeerde ik toch af en toe mee te glippen in een ontsnapping. Hierbij krijg ik toch geregeld de deur op de neus want ik recupereer niet snel genoeg. (Dit zal waarschijnlijk wel te maken hebben met maar een gemiddelde fietstraining van 162 km/week.) Gisteren reed ik te Ertvelde. Er moest 72 km afgelegd worden, met veel wind in een omvangrijke groep (ik schat 70 a 80 man). Na 2 maal mee te gaan in de aanval de eerste twee rondes wist ik direct hoe het was. De benen waren niet super en telkens het op een lint getrokken werd was het soms bijten om het wiel voor me niet te lossen.
Maar ik wist door de bijten en aan te komen in het eerste deel van het peloton. De 72 km werden trouwens afgewerkt met een gemiddelde snelheid van 43 km/uur! Nu mijn voet terug in orde is en de intensiteit van de looptrainingen opgedreven wordt, begint het toch te kriebelen om terug loopwedstrijden te doen en vooraan mee de wedstrijd te maken. Want dit is toch iets wat ik mis tijdens de wielerwedstrijden. Volgende week rijd ik nog een criterium, bij de WOAD A's, te Lotenhulle. De week erop staat de bosduatlon te Lembeke gepland. Erna gaat de fiets onverbiddelijk 1 maand aan de haak en wil ik nog iets maken van mijn loopseizoen. Ik kijk alvast uit naar het laatste luik van 2014! 'Die jongens gingen hard... heel hard'Na het BK 1/4 te Kortrijk was Halle terug de 1ste duatlon die op het programma stond. De afstanden in Halle zijn mij op het lijf geschreven, een korte 1ste run van 3,3km, 32,8km fietsen en een afsluitende run van 2km. Nadat ik Jonas en Kurt van TTA opgepikt had kwamen we pas 1 uur voor de start aan. Ik besliste om geen fietsverkenning meer te doen maar gewoon mijn fiets in de wisselzone te parkeren en goed los te lopen. Het was namelijk regenachtig en we kregen een golvend parcours voor de benen geschoven. Dit bleek een slimme beslissing te zijn want ik kon over mijn volle snelheid beschikken en legde zo de eerste run af met een gemiddelde van 18km/u. Na een snelle wissel kon ik aanpikken bij een groepje van 6. Ik zag al snel dat ik hier niet echt op mijn plaats zat want die jongens gingen hard... heel hard. Ze zijn in 1 ruk naar de kop van de wedstrijd gereden, hoorde ik achteraf van Sam Lepoutre. Ikzelf plafoneerde na de eerste beklimming en moest noodgedwongen gas terug nemen. Ik hield de benen wat stil tot het groepje van Diederik Derijcke en co me bijbeende. Ook van dit zevental was ik de mindere en moest ik telkens heel diep gaan om de hellingen in de groep boven te komen. Maar door mijn stuurtechniek, die ik nog heb door mijn ervaringen als jeugdrenner, kon ik op de technische passages van het parcours toch net iets meer recupereren dan andere atleten. Door een paar goeie fietsers in onze groep, die het tempo mooi strak hielden, kwam er niemand terug uit de achtergrond en reden we de wisselzone in met een geruststellende voorsprong.
Ik wist terug mooi te wisselen en kon de afsluitende loopproef als eerste aanvatten. Mijn kleine voorsprong was niet voldoende om de rest af te houden. Na 500 meter kwam er 5 man over me. Ik had geen antwoord en moest ze laten lopen. Net voor de meet kon ik toch nog 2 atleten van Tri GT remonteren en zo met een goed gevoel finishen. Mijn tweede run blijft een pijnpunt maar met een gemiddelde van 16.3 km/u gaat het toch de goeie richting uit. Volgende week sta ik aan de start in Zele. Ik hoop om daar over dezelfde conditie te beschikken en mijn mooie 9de plaats, van vorig jaar, te overtreffen. Resultaat: 17de/203 dlnmrs Na een paar hectische maanden wil ik langs deze weg toch nog snel enkele mensen bedanken: -Tina, je klaagt nooit over de vele uren die ik niet bij jullie ben. X -Wolf, je klaagt nooit over de vele uren die ik bij je ben. De zware trainingen in Frankrijk werpen terug hun vruchten af! -Yanick, zonder jouw Bianchi was het nooit gelukt! -Hans en Vicky (http://www.fietsenardeel.be/). De drijvende kracht achter ons leuk team. Zonder jullie toewijding stond ik niet aan de start met mijn Ardilles teamfiets. Thanks! 29.06.14 stond al een tijdje in de agenda. De Capino Challenge van het ETZ-team werd die dag georganiseerd. Na een zware trainingperiode met veel straatlopen had ik de week van de duatlon een rustweek ingebouwd. Tapering doet bij mij meestal wonderen. Hopelijk nu dus ook. Door het BK ploegenduatlon (die na onze wedstrijd startte) deden de meeste van de kleppers niet mee aan de sprint dus ik hoopte een mooi resultaat te behalen. Aan de deelnemerslijst zag ik wel al dat een podiumplaats halen moeilijk ging worden maar wou er toch voor gaan. Om 12u45 klonk het startschot. Ik wou behouden starten maar mijn instinct deed me toch Jan Goddaer volgen. Jan en ik hebben momenteel ongeveer dezelfde conditie en op het heuvelachtig en bochtrijk fietsparcours waar de wind soms vrij spel had was een partner wel geen overbodige luxe. Maar na 1,5 km zag ik op mijn Polar-horloge dat we toch nog altijd 18,5 km/u liepen. Iets wat ik me 500 meter later moest bekopen. Dus, een vitesse trager en mijn eigen tempo zoeken. De tweede ronde liep Jan niet echt uit maar ik moest toch 20 seconden prijsgeven bij de eerste wissel. Ondertussen had ik al rond mij gekeken en zag dat er sowieso een groepje kon |
Kevin Strubbe
Duatleet Archives
November 2014
Categories |